Unilever boekte in het eerste halfjaar een onderliggende omzetgroei van 5 procent. Daarmee voldeed het niet aan de verwachting van analisten.

Dat bleek donderdag bij de presentatie van de cijfers over het eerste halfjaar en het tweede kwartaal van het voedings- en wasmiddelenbedrijf.

Volgers van het bedrijf gepolst door Reuters hadden vooraf gerekend om een onderliggende omzetgroei van 5,5 procent. Volgens SNS Securities was de top-linegroei van Unilever zwakker dan verwacht. De winstgevendheid is volgens analist Richard Withagen solide en voldeed aan de verwachtingen.

Het aandeel noteerde om 10.00 uur 0,95 procent lager op 30,66 euro.

Dove, Axe en Lux doen het goed

De totale omzet over de eerste 6 maanden kwam 0,4 procent hoger uit op 25,5 miljard euro. De operationele winst bedroeg 3,9 miljard euro, een stijging met 14 procent. Onder de streep bleef 2,7 miljard euro over. Dat is 13 procent meer dan vorig jaar.

Daarbij boekte Persoonlijke Verzorging, met merken als Dove, Axe en Lux, een onderliggende groei van 8 procent tot 9,1 miljard euro en bleef Levensmiddelen (Knorr, Becel) steken op 0,2 procent. Daar werden dalende verkopen iets gecompenseerd door hogere prijzen.

Groei in non-food

Waar alle belangrijke concurrenten van Unilever een duidelijke focus hebben (Nestlé en Danone: voeding; Procter & Gamble en Colgate-Palmolive: non-food), hield Unilever altijd vol op beide paarden te kunnen wedden.

Maar Unilever lijkt nu ook de knoop te hebben doorgehakt: in non-food zit de meeste groei, vooral door de verkoop van persoonlijke verzorgingsproducten in Azië. In het eerste halfjaar waren persoonlijke verzorging en huishoudelijke artikelen goed voor 52 procent van de omzet.

Grote overnames waren er de laatste jaren vooral bij non-food: het Russische persoonlijke verzorgingsbedrijf Kalina, het Amerikaanse Alberto Culver (shampoo en conditioner) en de verzorgingsproducten van Sara Lee.

Daarentegen ging het Amerikaanse pindakaasmerk Skippy eruit, net als de diepvriesmaaltijdactiviteiten in de Verenigde Staten en eerder al, in Europa.

Azië en Rusland

In Azië en Rusland was er sprake van een onderliggende omzetgroei van 9,2 procent, wat iets lager is dan in dezelfde periode in 2012.

Volgens het concern is er sprake van economische tegenwind die het consumentengedrag beïnvloedt. Financieel topman Jean-Marc Huët sprak echter tegen dat er sprake is van een werkelijke groeivertraging voor Unilever in de opkomende markten.

Moeizame situatie in Europa

In Europa bleef de situatie moeizaam. De omzet kromp met 1,9 procent tot 6,7 miljard euro, waarbij de volumes met 0,8 procent omlaag gingen en de prijzen zelfs met 1,1 procent daalden. Volgens het bedrijf deed Unilever het echter beter dan de markt. Huët merkte op dat de groei in Europa in het tweede kwartaal iets verbeterde ten opzichte van de eerste 3 maanden. Dat wil volgens hem echter nog niet zeggen dat de economische omstandigheden ook een duurzaam herstel laten zien. "Er treedt op korte termijn geen stabiele verbetering op", aldus de bestuurder.

De winstmarge van Unilever in Europa verbeterde met 0,3 procentpunt dankzij kostenbesparingen. Huët liet weten geen nieuw kostenbesparingsprogramma te voorzien. Hij zei tevreden te zijn over de grootste productenlijn van Unilever, Knorr, en herhaalde dat Unilever maatregelen neemt om zijn margarines een nieuwe impuls te geven.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl